Hoe krijgen gemeenten vat op online aangejaagde ordeverstoringen?
Rellen, uit de hand gelopen demonstraties, brandstichtingen bij 5G-masten en illegale feesten; met de uitbraak van het coronavirus zijn Nederlandse gemeenten vaker geconfronteerd met openbare ordeverstoringen. In veel gevallen begint het met een berichtje van een oproerkraaier op social mediakanalen. De veiligheidscoalitie Noord-Holland Samen Veilig ontwikkelde een praktische interventiekaart en een juridische handreiking om burgemeesters, politie en het Openbaar Ministerie meer handvaten te geven voor dit soort online aangejaagde ordeverstoringen.
Het samenwerkingsverband Noord-Holland Samen Veilig (NHSV) startte in 2021 met het project ‘Online orde’. Binnen NHSV werken 32 gemeenten, politie en het OM samen aan een digitaal veilige samenleving. Project Online Orde heeft als doel om kennis en expertise op te bouwen rondom online aangejaagde ordeverstoringen, zodat betrokkenen weten hoe zij ordeverstoringen kunnen signaleren én hoe zij efficiënt kunnen reageren op het moment dat zich een ordeverstoring voordoet. Het project is onderdeel van de City Deal lokale Weerbaarheid Cybercrime.
Signaleren en reageren
Om van eerdere online aangejaagde ordeverstoringen te leren, bracht de onderzoeksgroep Cybersafety van de Thorbecke Academie aan de NHL Stenden Hogeschool namens NHSV in kaart welke maatregelen de 32 gemeenten de afgelopen jaren hebben genomen tegen deze online ordeverstoringen.
Uit het onderzoek blijkt dat iedere gemeente met wie in dit onderzoek is gesproken, de afgelopen jaren te maken heeft gekregen met online aangejaagde ordeverstoringen. In het rapport zijn daarom aanbevelingen gedaan om beter voorbereid te zijn en vooraf afspraken te maken in de aanpak.
Onderzoeker en docent Sipke de Vries werkte samen met lector Willem Bantema aan het onderzoek: “Een gemeente kan kiezen uit de klassieke aanpak, zoals een uitnodiging voor een gesprek op het gemeentehuis met de oproerkraaiers. Maar de oplossingen dienen zich ook steeds vaker digitaal aan, door bijvoorbeeld iemand online aan te spreken of het verzoek om als burgemeester deel te nemen aan een WhatsApp-groep van een ondernemersvereniging waarbinnen zorgen zijn.”
Snijvlak privacy en openbare orde
De praktische interventiekaart geeft gemeenten houvast. “Wat het lastig maakt, is dat we als gemeente balanceren tussen het beschermen van de privacy en het handhaven van de (online) openbare orde,” concludeert burgemeester Ronald Wortelboer van de gemeente Stede Broec. Hij is namens de 32 gemeenten ambassadeur van het project Online Orde: “Wat je wilt voorkomen, is dat je als burgemeester terechtkomt in het digitale equivalent van de woonkamer. Ik ben ervan overtuigd dat de juridische handreiking ons daarbij kan helpen. De handreiking gaat dieper in op de juridische overwegingen en aangrenzende wetgeving en geeft ons handige do’s en don’ts. De interventiekaart geeft vervolgens helder inzicht in maatregelen die je kunt nemen als je te maken krijgt met een mogelijke ordeverstoring die online is aangejaagd.”
Aanpassen wet- en regelgeving
Ook Maike Borst, digitaal specialist binnen de politie, nam deel aan het project. Met de realisatie van de interventiekaart en juridische handreiking voor gemeenten is het aanpassen van de wet- en regelgeving volgens haar een logische vervolgstap. “Onze wetgeving is nog niet toegespitst op het online werkveld. Je kunt op heel veel gebieden wel vergelijkingen trekken tussen de offline en online wereld, maar die gaan lang niet in alle gevallen op. Wat we nodig hebben, is een kader waar we ons als overheidsinstanties aan moeten houden.”
De onderzoekers binnen de onderzoeksgroep Cybersafety hebben al een start gemaakt met dit kader. “We onderzoeken momenteel de mogelijkheden binnen de Algemene Plaatselijke Verordening (APV),” vertelt onderzoeker Sipke de Vries. “Biedt de APV handvaten om bepalingen op te nemen die ook voor de onlinewereld gelden? Zodra gemeenten deze nieuwe wet- en regelgeving vervolgens uitproberen, ontstaat er jurisprudentie. We hopen dat deze resultaten een precedentwerking hebben.”